Uit-vogelen
Ze zijn overal; in de lucht, op een tak, zittend op een steen langs het wad, pikkend in een weiland.
Miljoenen vogels doen jaarlijks Terschelling aan. De een overwintert, de ander broedt of komt hier tot rust. Een paar extra ogen om je nek bungelend helpt ze beter te zien. Maakt je bewuster van je omgeving. Er is meer dan je op het eerste gezicht waarneemt.
Geduld is een schone zaak bij vogelen. Laatst kwam ik een amateur-ornitholoog tegen, een vogelaar die vogels bewondert en fotografeert. Met een grote telescoop naast zich en een verrekijker om stond hij in de berm. Nieuwsgierig vroeg ik naar zijn observaties. Wat ziet hij dat ik niet zie? Een zwart vogeltje verderop, sprekend een merel. Kijkend door zijn verrekijker blijkt dat het een beflijster is. Schijnt vrij zeldzaam te zijn. Voor hem een krul op zijn afvinklijst, voor mij een vink om deze vogel te leren kennen. Heel eerlijk, de bekendste wadvogels kan ik onderscheiden en een putter of bruine kiekendief herken ik ook nog wel, en daar houdt het wel mee op.
Uit een boekje leren of op een app zoeken kan maar het werkt toch het beste met een kenner mee te gaan en te leren van andermans kennis. Dan sla je het sneller op en is het veel leuker. Een paar dagen later loop ik alleen met een verrekijker, een Nederlandse uitvinding overigens, over hetzelfde pad.
Gezang van vogels, een geluid dat de gemoedstoestand geruststelt. Geduldig glurend over de weilanden. Je vergeet alles om je heen, speurend op zoek naar beweging. Goed kijken is een kunst. En een beetje geluk hoort er ook bij. Ik stel mij tevreden met het zien van het ‘gebruikelijke’ en een witte kwikstaart tovert een glimlach op mijn gezicht.
Op de weg terug zie ik weer de beflijster. Alsof het een oude vriend is. En ik weet nu hoe hij heet! Ben blij met dat stukje kennis. Zo waardeer je nog meer wat je ziet.
Het jagersinstinct wakkert aan om zeldzame vogels te spotten. Net zoals bij twitching: het gericht zoeken naar vogels na een melding. En proberen de vogel waar te nemen voordat deze gevlogen is. Zoals afgelopen winter honderden vogelaars naar Terschelling kwamen voor de woestijngrasmus. Ik zie hier kansen voor het eiland. En het mooie is, alles is er al. Er hoeft niets voor te worden aangelegd, gemaakt of veranderd. Landschap mag doen waar het goed in is, het zijn van een prachtig decor. En heel misschien kan er nog ergens een vogelhut bij, om jong & oud de wonderen van de natuur te laten (h)erkennen, want wat je niet kent, dat zie je niet.
Iets om verder uit te vogelen.
Geschreven door Eilandmeisje
Dit artikel is eerder verschenen op de website van Staatsbosbeheer