Welkom in Oosterend op Terschelling

Avonturen op de Grië; Buitendijks struinen

Voor menig eilander is het buitendijks kweldergebied de Grië vooral bekend vanwege 'op e riid': met paard en wagen naar een landje, bijvoorbeeld het Jollemabosje - ook wel Obke fon Siebe syn Dennebos genoemd - ten noorden van de Jan Willemskooi.

Opmerkelijk is dat de Grië, het gebied achter de Dwarsdijk tot aan de Groede, in eigendom is van meer dan 80 particuliere eigenaren en Staatsbosbeheer. Het vergt daarom wat voordat alle neuzen dezelfde kant op staan voor onderhoud en herstelwerkzaamheden. Dat doet denken aan hoe het (vroeger) bij de vier eendenkooien ging. Die maakten deel uit van het leven van veel Oosterenders en waren belangrijk voor voedsel, hout en verkoop van eenden. Onderling werd veel geregeld, weinig kwam op papier en daardoor was er wel eens sprake van onenigheid.

De vier eendenkooien zijn niet vrij toegankelijk, maar het geheimzinnige kooikershuisje van de Jan Willemskooi spreekt tot de verbeelding. Al wandelend over het middenpad en Koaipôd - de zandpaden langs de eendenkooien - kom je bijna niemand tegen en voelt het alsof je teruggaat in de tijd. De omliggende, waardevolle elzensingels zijn aantrekkelijk voor dieren, zoals koperwiek, sijs en vleermuizen, en voor planten als wilgenroosje en Avonturen op de Grië Buitendijks struinen hondsroos. De weidegronden worden gebruikt voor paarden en jongvee. Grië betekent aangroei of opslibbing, en het kent een lange geschiedenis van aanwas en afslag. Wat eerst werd gegeven aan kwelderland nam de zee door de jaren heen terug. Tot in 1991 een stenen dam werd neergelegd. Aan de wadkant onder de Grië is het prachtig wandelen, maar wees voorzichtig want het slib kan verraderlijk glad zijn! Op de Waddenzee komen hier twee vloedstromen samen, het wantij. Het eiland telde ooit vijf wierschuren. Een daarvan staat achter de Dwarsdijk, gebouwd in 1906. Zeewier uit de Zuiderzee spoelde aan en het werd uit zee gevist om te drogen. Daarna werd het opgeslagen in de wierschuren. In geperste balen bracht men het naar de wal voor isolatiemateriaal en beddenvulling. Door de bouw van de Afsluitdijk kwam er mogelijk minder wier, en vooral een wierziekte zorgde ervoor dat deze inkomstenbron verdween. Tegenwoordig is deze Wierschuur een kampeerboerderij: een idee van leraar Bosma, die tijdens een schoolreisje o.a. de prinsessen Beatrix en Irene meenam om hier te logeren. Met springtij of bij storm bestaat de kans dat het gebouw en het omliggende land onder water komen te staan.

Leestip! Schrijver Cor Bruijn (die ook Sil de Strandjutter schreef ) haalde veel inspiratie uit deze omgeving voor zijn boek Arjen. Het vertelt het verhaal van vrijbuiter Arjen, zijn familie en de strijd tegen het overstuivende zand. Maar vooral van zijn eigen innerlijke strijd, te midden van het dagelijkse leven op Terschelling, met de tradities en gebruiken van het eiland.

De vier eendenkooien op de Grië van West naar Oost: de Takkekooi, de Jan Willemskooi, de Horrekooi en de Rimkeskooi.

Geschreven door Eilandmeisje